De elektrische fiets: van ‘mij niet gezien’ tot ‘ik ben definitief óm’

Auteur: Yvette Leuftink

Ik moet iets bekennen. Ik heb een hekel aan fietsen. Of eigenlijk: een bloedhekel. Misschien ligt de oorsprong in mijn jeugd. We hadden thuis geen auto en moesten – door weer en wind – erop uit met fiets, brommer of het ov. Al dan niet zware boodschappentassen of kerstbomen met ons meezeulend. Om maar niet te spreken over die vervelende, sigaar rokende oom, die bij vertrek per brommer even stevig op je helm moest kloppen terwijl deze al op je hoofd zat. Mijn brein moest er elke keer van herstellen als ik weer achter op de brommer zat, met tranen in mijn ogen. Van de wind of van het geklop – ik kan het me niet meer herinneren. Een auto, daar droomde ik van. Ik zag me al helemaal zitten achter het stuur, relaxed zoevend door het landschap. Heel comfortabel en lekker warm. 

Argusogen

Wat was ik blij met mijn eerste eigen auto. Een derdehands witte Ford Fiesta met doorgezakte stoelen. En fietsen? Dat deed ik alleen als het echt te beschamend was om zo’n korte afstand met de auto af te leggen. Met argusogen volgde ik de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch fietsen. Een beetje meesmuilend bekeek ik de – voornamelijk – gepensioneerde medemens die vol trots verkondigde hoeveel kilometer hij nu weer had gefietst. Ja duh, geen kunst met zo’n accu en trapondersteuning. Tegelijkertijd vond ik het stiekem wel een goede trend dat de groep inactieven beweeglijker werd.

In conflict 

Ik was niet gevoelig was voor die elektrische fietstrend, dacht ik. Toch ging ik mij steeds een beetje meer schamen omdat ik – sportieveling, mét sportinstructeurslicentie, die twee tot drie keer in de week deelneemt aan een high intensity training in de sportschool – nog steeds de auto boven de fiets verkoos. Die mismatch tussen gedrag en overtuiging gaf een onaangename spanning, die versterkt werd door de huidige klimaatcrisis. Ik vond – en vind – dat je het eigenlijk niet kunt maken om voor de kleinere stukjes de auto te pakken. Toch ging ik nog steeds niet overstag.

Van horen zeggen

Totdat vrienden – vergelijkbare leeftijd, net zo sportief – enthousiast vertelden over hun elektrische fietsen. ‘Je ziet zoveel meer van de omgeving waarin je woont’, kraaiden ze blij. En belangrijker: ook zij waren niet bepaald fietsfanaten. Tot nu! Ze vertelden over spontane fietstochten in hun omgeving waarbij je ook nog eens leuk ‘bij de boer’ of in een ‘eenvoudig optrekje midden in een weiland aan de rand van het bos’ een nachtje kunt overnachten. Net als vroeger zag ik het voor me: prachtige landschappen verkennen. Dit keer niet per auto, maar per elektrische fiets. Ik voelde de wind al door mijn haar gaan. Mijn mij-krijg-je-niet-op-de-elektrische-fiets-houding begon langzaam af te brokkelen.

De afbrokkeling was compleet toen ook nog eens onze overburen, die ik nota bene regelmatig in de sportschool aantref, vertelden over hun sportieve, hippe, elektrische aankoop. Geen suf accu-op-de-bagagedrager-model, maar een moderne fiets met een geïntegreerde accu in het frame en een ‘riem’ in plaats van een met olie versmeerde fietsketting. Daar wil je mee gezien worden! Ze vertelden dat ze samen regelmatig eropuit trekken. En wezen me op de talloze pittoreske buurtschappen, lieflijke beekjes en verborgen eethuisjes in een straal van zo’n 15 tot 20 kilometer van ons woonhuis, die ik zonder elektrische fiets niet zou ontdekken.

Buitenkansje 

Ik was om. Als zelfs deze mensen zich waagden aan een elektrische fiets, dan kon ik echt niet achterblijven. Als natuurgenieter en liefhebber van kleinschalige, Italiaanse agriturismo-locaties moest ik ‘mijn’ mooie omgeving natuurlijk ook per fiets gaan ontdekken. Elektrisch wel te verstaan. Bij een bezoek aan de plaatselijke fietswinkel was er geen houden meer aan. Een glimmend, gebruikt exemplaar lachte mij tegemoet. ‘Een buitenkansje’, aldus de verkoper.

Win-winsituatie

Mijn eerste ervaringen? Die zijn heel positief. Toen mijn gezinsleden niet thuis waren, trok ik de stoute schoenen aan. Met de elektrische fiets naar een familielid een dorp verderop. Ik werd er gewoonweg naar toe geblazen. In een recordtijd; sneller dan met de auto. Heerlijk! Een trots bericht in de familie-app werd met veel support beantwoord. Mijn zelfvertrouwen groeide met de minuut. Ik kan dit! Ik ga het leuk vinden en volhouden! Of ik de auto heb gemist? Geen minuut. Mijn CO2-footprint is bovendien iets kleiner geworden. Een win-winsituatie. Ha, laat de zomer maar komen!

In deze bekentenis staan veel verborgen psychologische principes. Weet jij welke? Onder de goede inzendingen wordt een heerlijke fairtrade Tony Chocolonely-reep verloot.