Een roker vertelt

Auteur: Jaël

Daar sta ik dan, in m’n eentje, op een regenachtige decemberavond te roken. Al mijn vrienden zijn binnen aan het dansen. Ik kan mijn jas niet pakken, want die hangt in een beschermde garderobe. Met klapperende tanden en blauwe vingers hijs ik het laatste trekje nicotine in m’n longen. Wat ben ik nou aan het doen? Ik walg van mezelf. De wil om te stoppen is er, maar de weg ontbreekt. Tot nu. Ik ga stoppen. Zo, dat staat zwart op wit. De komende tijd neem ik je mee in mijn ervaringen.  

Hoe het begon

Waar het bij de meeste mensen tot een vies gezicht leidt, smaakt het bij anderen naar meer. Bij mij begon het ‘echte werk’ bij de start van mijn studentenleven. Af en toe een sigaret op een feestje. Dat moest kunnen. Maar de feestjes namen toe en daarmee ook het aantal sigaretten. Rokende huisgenoten (10!) vormden mijn sociale norm. Tel daar de coronacrisis bij op, zoekend naar prikkels in een stille samenleving, en een vaste roker was geboren.

Echt verdiend

Misschien herken je het wel: een zware dag gehad op werk? Zo, dit wijntje heb ik écht verdiend. Dit is een vorm van entitlement: het idee dat je iets hebt verdiend. De hele dag niet gerookt? Wat goed van mezelf, ik verdien een sigaret! Iets wat ook meespeelt is stress. Zo rookte ik vooral veel tijdens tentamenperiodes. Daarnaast werkt het drinken van alcohol ook niet bepaald mee. Een paar biertjes later en je grenzen vervagen behoorlijk, lees: extra veel roken. Ook vond ik binding in roken. Veel mensen in mijn omgeving rookten dus ik was er onderdeel van de groep mee. Een échte student. Roken was stoer. Maar inmiddels ben ik moe van het stemmetje in mijn hoofd dat constant aanstaat: “Ik heb zin om te roken.”

Kan ik zonder?

Waarom is stoppen dan toch zo moeilijk, ondanks de wil? Simpel: verslaving. Mijn verslaving biedt weerstand. Het veranderen van een gewoonte is lastig en kost tijd. Al helemaal als het gepaard gaat met verslavende middelen. Ik kan wel tien redenen bedenken waarom ik niet zou stoppen. Ik ben bijvoorbeeld bang om een uitweg te zoeken in eten. En zelfs om een deel van mijn identiteit te verliezen. Iemand die hockeyt is een hockeyer. Iemand die gitaar speelt, een gitarist. Iemand die rookt, een roker.

Ik ga het doen  

En toch ga ik stoppen. Zo, daar staat het dan. Goed voor jezelf zorgen blijft altijd een proces. Misschien is het ook een gewetensvraag: gun ik het mezelf om goed voor mezelf te zorgen? Je wenst iedereen een goede gezondheid toe, maar ik ontneem het mezelf. Auw. En het beeld van een oude gerimpelde vrouw met grijze tanden op veertigjarige leeftijd staat me ook niet helemaal aan.

Stap voor stap

De eerste stap in het stoppen? Erkennen dat ik een verslaving heb. Dat maakt je bewust van de gevolgen. Je begint met een mentale voorbereiding. Door je sociale kring op de hoogte te brengen van je wens om te stoppen creëer je je eigen sociale druk. Een datum kiezen werkt het beste. Het is ‘out in the open’, dus nu moét ik het wel doen. Zo is deze blog een extra stok achter de deur. Het staat er, zwart op wit: ik ga stoppen.